Mijn vader en moeder reden destijds veel kilometers met de auto om hun vier kinderen naar allerlei buitenschoolse activiteiten in de stad te brengen. Zelfs bij het uitgaan pikte mijn moeder ons soms ’s nachts op met de wagen. Ik prijs me gelukkig dat ik dat vanwege de nabijheid van alles maar zelden voor mijn eigen kinderen moet doen. Maar ik leer eruit hoe belangrijk het is om woonkernen aan te sluiten op zogenaamde Hoogwaardige Openbare Vervoer (HOV)-assen. We moeten ernaar streven om alle bijkomende woningen te bouwen rond haltes op HOV-assen. Rond die haltes ontwikkelen zich idealiter ook voorzieningen zoals winkels, lokale ontspanningsmogelijkheden en zelfs kleinschalige werkgelegenheid. Via een HOV-as kan je je makkelijk met de snelbus, tram of trein van de ene plek naar de andere verplaatsen.
Verschillende ideeën voor HOV-assen in Vlaams-Brabant liggen nu al op tafel. Zo zijn er in het kader van Brabantnet plannen voor een sneltram vanuit Willebroek die slechts zes stopplaatsen telt vóór de Brusselse Ring. Deze tram zou tijdens de spits om de tien minuten rijden en in de daluren en op zaterdag en zondag om het kwartier. Tot het Noordstation in Brussel bedraagt de reistijd 19 minuten vanuit Meise, 26 minuten vanuit Londerzeel en 32 minuten vanuit Breendonk. Die haltes zullen verknoopt zijn met een fietsnetwerk en lokale buslijnen en uitgerust zijn met voldoende pendelparking. Op eenzelfde wijze houdt de beoogde HOV-lijn tussen Diest en Leuven in het kader van Regionet slechts drie keer halt in Bekkevoort, drie keer in Tielt-Winge en één keer in Lubbeek. Dat is dus véél minder dan een bus die pakweg om de 200 meter halt houdt. Die beperking is nodig om een snelle connectie met de feitelijke eindbestemmingen te kunnen garanderen. Op de knelpunten garandeert een eigen bedding dat de sneltram niet mee in de file staat. Doorgaan met het lezen van “Anders gaan wonen langs Hoogwaardige Openbare Vervoer (HOV)-assen!”