Afgelopen week zijn weer ruim 70.000 Vlaams-Brabantse leerlingen naar het middelbaar onderwijs getrokken, en ongeveer 65.000 leerlingen naar het basisonderwijs. Ook het provinciaal onderwijs opende opnieuw de deuren. In het schooljaar 2016-2017 volgden 1.191 Vlaams-Brabantse kinderen en jongeren er les. De provincie Vlaams-Brabant richt nog altijd twee middelbare scholen met voornamelijk TSO- en BSO-richtingen en een basisschool in. Het gaat over het PISO in Tienen, De Wijnpers in Leuven en De Sterretjes in Tienen. Als het van mij afhangt, dan stellen we de komende jaren talentontwikkeling centraal. We willen vermijden dat jongeren afzwaaien zonder diploma. We vinden het belangrijk dat jongeren mondige burgers worden die met veel gezonde bagage het leven tegemoet gaan.

Talentontwikkeling betekent ook dat elke leerling aan elke activiteit moet kunnen deelnemen. Maar dat is helaas niet altijd het geval. Leerlingen zijn ziek op de sportdag of kunnen om familiale redenen niet mee op meerdaagse. Vaak is dat een teken aan de wand dat ouders de schoolkosten niet kunnen dragen. In 2016 werden zeven op tien scholen in Vlaanderen geconfronteerd met onbetaalde facturen. De openstaande bedragen liepen in sommige gevallen op tot boven de 50.000 euro. Ook de provinciale scholen zien vaker kinderen zonder boterhammen naar school komen. Maar op een lege maag kun je natuurlijk je talenten niet ontwikkelen. De school kan dan wel voor een kom soep zorgen, maar dat brengt niet écht zoden aan de dijk. In De Wijnpers proberen leerkrachten en leerlingenbegeleiders te achterhalen welke gezinnen kampen met sociale en financiële problemen. De directeur bespreekt de moeilijkheden en mogelijkheden met de ouders. Ouders kunnen bijvoorbeeld de facturen gespreid betalen of de school kan het sociaal fonds aanspreken. Het PISO schakelt klasleraren en leerlingenbegeleiders in om openstaande facturen juist te beoordelen en in hun context te plaatsen. Als gezinnen in begeleiding zijn voor budgetbeheer, werkt het PISO samen met het OCMW voor de vereffening van de schoolrekeningen. De school organiseert ook fondsenwervende activiteiten om buitenschoolse activiteiten en studiereizen te bekostigen.

Armoede en kwetsbaarheid bij kinderen en jongeren kunnen in onze provincie geografisch geduid worden. Relatief veel leerlingen in de gemeenten van de Zennevallei krijgen bijvoorbeeld een schooltoelage. Hun moeder heeft vaak geen diploma secundair onderwijs of ze groeien op in eenoudergezinnen. Hetzelfde geldt voor de kleine steden in het Hageland (Aarschot, Diest en Tienen) waar ook het PISO ligt. Ook in Leuven vinden we meer kinderen en jongeren terug met minder kansen dan in de residentiële gemeenten rond de provinciehoofdplaats. Vergeleken met Vlaanderen heeft Vlaams-Brabant gemiddeld een laag aandeel kinderen dat geboren is in een kansarm gezin. Maar Leuven en Tienen scoren dan weer hoog ten opzichte van het Vlaamse gemiddelde. In 2016 kreeg iets meer dan 22 % van de leerlingen in het Leuvense basisonderwijs een schooltoelage. In Vlaams-Brabant ging het om 16,9 %.

Zelf stond ik meer dan tien jaar voor de klas. Als leerkracht had ik altijd graag een beeld van de context waarin mijn school zich bevond. Waar komen de leerlingen vandaan? Met welke zware rugzakken komen ze de school binnen? Zowel in het ASO, BSO als TSO heb ik ervaren dat het goed is om een beetje zicht te hebben op de algemene achtergrond van je leerlingen. Als je weet dat in Leuven en Tienen meer dan 15 % van de kinderen in kansarmoede wordt geboren, dan kan en moet die wetenschap van pas komen bij de deliberatie op de klassenraad. De school is in het bijzonder voor kwetsbare kinderen de eerste kennismaking met de grote wereld. Als je met je leerlingen verbinding kan maken, dan is emancipatie uit de situatie waarin ze geboren zijn mogelijk. Als het mislukt, dan is de kans groot dat de volgende generatie net als de vorige in kansarmoede zal verzeilen. Vooral toen ik in het BSO werkte, heb ik dat inzicht altijd voor ogen gehouden. Ik wilde in de eerste instantie contact maken, nadien volgde het leren. Eens de verbinding er was, ging het leren toch vaak vanzelf. Ik probeerde ook steeds positieve verwachtingen te koesteren. Als leerkracht weet je immers dat Pygmalion, de beeldhouwer van Ovidius die zijn werk tot leven bracht door ervan te houden, aan de slag is in de klas. Leerlingen presteren beter als leerkrachten in hen geloven.

 

 

Of leerlingen de spreekwoordelijke klik met het schoolgebeuren maken, hangt in grote mate af van de leerkrachten. Met hen valt of staat het succes van de talentontwikkeling. Het is dan ook belangrijk dat we goede leerkrachten aantrekken, en dat we daarvoor beter ons best doen. Mensen met een beetje levenservaring die willen lesgeven, hebben volgens mij een streepje voor op mensen die recht van de schoolbanken voor de klas belanden. Ik ben ervan overtuigd dat levenservaring kan helpen om een beter leerrendement te realiseren, zeker bij kwetsbare groepen. Meer levenservaring naar het onderwijs brengen, betekent echter ook dat die mee verrekend wordt in de verloning. Nu is dat niet het geval voor mensen die op een later tijdstip in hun loopbaan beslissen de overstap naar het onderwijs te maken om er algemene vakken als Latijn, natuurwetenschappen, aardrijkskunde of geschiedenis te gaan geven. Ik blijf dat een grote tekortkoming en zelfs een beetje absurd vinden. Ik ben ervan overtuigd dat we daardoor heel wat goesting en onderwijstalent mislopen. We kunnen in Vlaanderen nog veel doen om geschikte leerkrachten aan te trekken. We kunnen ze nog beter opleiden en beter verzorgen, niet in het minst door naar hen te luisteren en ze bovenal te vertrouwen. Daarvoor wil ik me in de toekomst zeker blijven engageren. Met leerkrachten valt of staat de talentontwikkeling van onze kinderen, en zo ook de toekomst van ons allemaal.

Meer lezen? Bestel mijn boekje Voor de kinderen van mijn kinderen. 20 groene doelen voor Vlaams-Brabant via 20groenedoelen@gmail.com of koop je exemplaar in de Standaard Boekhandel op het Rector De Somerplein in Leuven. In de Standaard Boekhandels in de rest van de provincie kan je het boek bestellen. Het boek kost 10 euro (excl. verzendingskosten).