Vanavond beslist een bijzondere Algemene Vergadering (AV) van de Provinciale Brabantse Energiemaatschappij (PBE) over het lot van het zogenaamde ‘Toekomstfonds’.  Dat fonds zou éénmalig gespijsd worden met 35 miljoen euro en kan door de gemeenten uit het werkingsgebied van PBE worden aangesproken om projecten op vlak van klimaat (energie) en digitale transitie (smart city) te betalen.

Op de gemeenteraad van 24 oktober 2018 van Lubbeek haalde Theo Francken heel fel uit naar de idee van het ’Toekomstfonds’. Hij herhaalde daarbij ook verschillende keren dat  het idee voor dat ‘Toekomstfonds’ van mij en alleen van mij kwam. ‘Het ‘Toekomstfonds’ is een idee van T-i-e  R-o-e-f-s!’

De waarheid is natuurlijk anders, in ieder geval weer veel genuanceerder dan Theo Francken laat uitschijnen.

Op de digitale klimaatkaart delen Vlaams-Brabanders succesvolle projecten om CO2 te besparen.

Natuurlijk klopt het dat we als Groen het idee van een fonds voor een doorgedreven beleid op vlak van klimaat en digitale agenda  altijd al genegen zijn geweest. Toen we in 2015 de collega’s van de deputatie overtuigden om een energiebeleidsverklaring (EBV) te adopteren was het al onze bedoeling om een klimaatfonds op te richten. Met de besparingen die  een contract bij een nieuwe energieleverancier met zich mee zou brengen, wilden we een fonds spijzen dat zou dienen om energetische renovaties en projecten rond hernieuwbare energie te financieren. En ook in onze ’20 groene doelen voor Vlaams-Brabant’ pleiten we opnieuw voor een ‘rollend’ klimaatfonds van minstens 1,5 miljoen euro per jaar waarmee ondernemers en burgers aan de slag kunnen voor de realisatie van hernieuwbare energieconcepten.

Theo Francken heeft dus (minstens een beetje) gelijk als hij de grondidee van het ‘Toekomstfonds’ aan ons toeschrijft. Maar hij slaat de bal helemaal mis als hij stelt dat wij zouden bepaald hebben wie de beslissingen over de aanwending van de centen in het ‘Toekomstfonds’ zal nemen. Theo Francken doet alsof T-i-e  R-o-e-f-s in de PBE op de tafel heeft geklopt om ervoor te zorgen dat de provincie mee in het beheer van het fonds zou zitten. Theo Francken spreekt zelfs van een bypass die ik in hoogst eigen persoon zou hebben willen creëren om, geheel tegen de geest van het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) in, de provincie meer macht toe te bedelen dan wettelijk nog bedoeld is.

Niets is minder waar natuurlijk. Ten eerste heb ik persoonlijk nooit een mandaat in de PBE bekleed, en  bovendien zijn we als Groen  nooit voorstander geweest van een sterke centralisatie. Wij hebben vertrouwen in het kunnen van  burgers en  van gemeenten. We  denken dat als de juiste mensen op de juiste plaats zitten de wereld écht kan vooruitgaan.

Anderzijds is het natuurlijk wél zo -en dat weet Theo Francken nu beter dan ooit- dat op dit ogenblik de provincies nog wel degelijk bestaan. Er zit heel wat kennis en kunde in de provinciale administratie, en het zou grote zonde zijn om die niet te valoriseren als het erop aankomt om van Vlaams-Brabant een slimme en klimaatneutrale provincie te maken.  Zo lang de provincies nog bestaan, vind ik het absurd om de provincies niet te betrekken bij het werk van PBE en de intercommunales in het algemeen. In de ogen van Theo Francken ben ik misschien een veel te simpele ziel, maar ik geloof nooit dat instellingen met minder geld (efficiënter) meer realiseren (effectiever) als ze gewoon naast elkaar aan dezelfde doelstellingen werken .

In mijn boekje ‘Voor de kinderen van mijn kinderen. 20 groene doelen voor Vlaams-Brabant’ pleit ik voor samenwerking tussen de intercommunales en de provincies zolang die er nog zijn.  Als die samenwerking, in het geval van PBE en het ‘Toekomstfonds’, tot stand kan komen in een overlegforum waarin zowel gemeenten én provincies zetelen, dan denk ik dat de toekomst van de centen in het fonds veelbelovend is. Ik ben ervan overtuigd dat in dat geval vele burgers en gemeenten in  Vlaams-Brabant mee zullen kunnen profiteren van 35 miljoen euro, middelen die eigenlijk tegenover de uittreding van de provincie uit PBE staan.

Laat ons  hopen dat het ‘Toekomstfonds’ en het gedeeld beheer ervan door gemeenten én provincies vanavond een dikke goedkeuring krijgen van de Algemene Vergadering (AV) van de Provinciale Brabantse Energiemaatschappij (PBE). Ik zal er in hoogsteigen persoon uiteraard geen zeg over kunnen doen, maar ik ben er wel helemaal voor. Ik ben voor een toekomst voor het ‘Toekomstfonds’!

 

 

 

Advertentie