Gisteren, 30 mei 2016, noemde minister-president Geert Bourgeois de beslissingen over de hervorming van de provincies, het onderwijs en de kinderbijslag die de Vlaamse regering van N-VA, CD&V en Open VLD op 27 mei 2016 nam, historisch. Doorgaan met het lezen van “De afslanking van de provincies door minister Homans: onzekerheid houdt aan!”
Binnenkort houdt Minister Liesbeth Homans haar ‘Ronde van Vlaanderen’ in de verschillende provincies. De Minister voor Binnenlands Bestuur zal dan haar beleidsnota 2014-2019 toelichten aan de lokale en provinciale toppolitici en leidend ambtenaren.
Onder de Vlaamse provinciaal gedeputeerden bestaat toch wel enig ongenoegen over het feit dat deze ‘Ronde van Vlaanderen’ doorgaat nog voor Minister Homans ook maar één keer een politiek overleg heeft gehad met de gedeputeerden in Vlaanderen.
Het feit dat er nog altijd geen politiek overleg heeft plaats gevonden tussen de Minister en de gedeputeerden valt niet in goede aarde. Ten eerste voelen gedeputeerden zich niet erkend als politieke gesprekspartners die door het volk verkozen zijn. Maar vooral blijft onduidelijk waar de Minister voor Binnenlands Bestuur nu echt naartoe wil met de interne staatshervorming?
Op vlak van de persoonsgebonden bevoegdheden sport, cultuur, jeugd en welzijn zijn gesprekken aan de gang tussen de provinciebesturen en verschillende vakministers. Al naargelang de minister is de weg van de ‘uitkanteling van de bevoegdheid naar Vlaanderen’ minder of meer duidelijk.
De weg die Minister Gatz schetst, is methodologisch en wat betreft het tijdspad, nog het duidelijkst. Minister Gatz wil tegen einde juni 2015 werkafspraken hebben gemaakt met de verschillende provincies. Zijn uitgangspunt is ook dat hij alles overneemt en dat er geen mensen bevreesd moeten zijn voor hun job.
Minister Vandeurzen is veel minder duidelijk en uitgesproken terwijl beweringen van Minister Muyters dan weer op de helling worden gezet door het kabinet van de Minister voor Binnenlands Bestuur zelf. Was het in het najaar van 2014 nog duidelijk dat ‘sportactiviteiten die geïntegreerd zijn in provinciale domeinen’ tot de bevoegdheid zouden blijven behoren van de provincies, dan zou het kabinet Homans dit nu weer ter discussie stellen…
Voor verschillende dossiers en onderdelen van de interne staatshervorming is onduidelijk van welk hout de Vlaamse regering nu eigenlijk pijlen wil maken? Wil ze iedereen en alles overnemen, of wil ze besparen? Wil ze een efficiënter beleid, of ook een effectiever beleid? Welke concrete politieke bedoelingen heeft de Vlaamse overheid ten aanzien van de provincies? En wat mogen de provincies, omgekeerd, nog van Vlaanderen verwachten?
Waarom gaat de Minister voor Binnenlands Bestuur een politieke dialoog met de gedeputeerden van Vlaanderen uit de weg? Waarom hebben de Vlaamse gedeputeerden al niet lang een politiek gesprek gehad met de vier ministers voor sport, jeugd, cultuur, welzijn en binnenlands bestuur samen, op één rij?
Zijn de Ministers er zelf niet uit? En houdt Minister Homans haar collega’s in een onbestemde greep? Zou het kunnen dat bijvoorbeeld Minister Gatz voor zijn beurt spreekt, en toch moet terugkomen op zijn bewering dat de uitkanteling van de provinciale jeugd- en cultuurwerking naar Vlaanderen geen besparingen impliceren?
Zeker is dat deze manier van werken van de Vlaamse regering iedereen handen vol energie kost en, vrees ik, ook nodeloos veel geld . De visie achter de interne staatshervorming is zoek. De grond van de zaak wordt niet geraakt. Er is nog geen globaal ‘beter project’ -ik zie het toch niet- waarvoor beleidsmakers op het provinciale niveau zich samen met Vlaanderen kunnen engageren.
Deze werkwijze kan niet alleen anders. Deze werkwijze moet anders! Een gesprek tussen de gedeputeerden van Vlaanderen en mevrouw Homans dringt zich meer dan op.