Cindy Caudron werkt als chauffeur bij Keolis, een busbedrijf dat in onderaanneming ritten voor vervoersmaatschappij De Lijn verzorgt. Cindy rijdt in Leuven en Brussel. Ze werd geadopteerd toen ze zeven maanden oud was en groeide op in Vlaams-Brabant.

Wat boeit je aan je job als buschauffeur, Cindy?
Ik beschouw mijn bus als een rijdend kantoor. Elke rit is een verrassing. Je weet nooit wie je pad kruist of wat er achter de volgende bocht komt. Buschauffeur zijn is zoveel meer dan het besturen van een zwaar voertuig. Buschauffeurs hebben veel uiteenlopende uren, werken in het weekend en trotseren files. We doen onze job tussen en met mensen. Dat betekent ook dat je op een slimme manier moet leren omgaan met conflicten. Soms zijn reizigers ontevreden, soms ergeren andere weggebruikers zich aan je. Als buschauffeur moet je over veel verschillende competenties beschikken. Het is een uitdagende job met veel afwisseling.
Je cliënteel is dus veeleisend. Zelf ben je van Indiase origine. Speelt dat een rol in de uitoefening van je job?
Bij een eerste ontmoeting zien sommige reizigers mij inderdaad als ‘iemand van buitenlandse origine’. Maar zodra ze in de gaten krijgen dat ik in Vlaams-Brabant ben opgegroeid, vallen de barrières weg. Ik ervaar mijn kleurtje als een voordeel. Mensen die zelf ook een kleurtje hebben, voelen zich bij mij op hun gemak. Met mijn uiterlijk kan ik banden smeden. Persoonlijk heeft me het wat jaren gekost om de dingen zo positief te zien, en van mijn kwetsbaarheid een sterkte te maken. We leven in een maatschappij die durft polariseren. Ik weet nu dat ik daar niet aan mee wil doen. Op mijn bus naar Leuven en naar Brussel moet iedereen zich goed kunnen voelen!
Maar je blijft je wel zorgen maken over de toenemende polarisering in onze maatschappij?
Ja. Ik maak me zorgen over hoe mensen er als de kippen bij zijn om te oordelen. Veel mensen hebben vooroordelen. Die zijn echt hardnekkig. Dat voel je in het nieuws en lees je op Facebook. Daar maakt anonimiteit de ongeremdheid waarmee mensen over andere mensen durven spreken, nog pijnlijker zichtbaar. Als buschauffeur ondervind ik het natuurlijk ook. ‘Amai, jij spreekt goed Nederlands’. Dat moet ik vaak horen. Mensen bedoelen het natuurlijk goed, maar het maakt duidelijk dat de meeste klanten er niet van uitgaan dat ik een getogen Vlaams-Brabander ben en dat Nederlands mijn moedertaal is. Als mensen op mijn bus stappen, denken de meesten volgens mij dat ik een laaggeschoolde, niet-Nederlandstalige nieuwkomer ben. Mensen gaan uit van clichés en proberen anderen in een kotje thuis te brengen. Als je een kleurtje hebt, is dat nog steeds verdacht.
Wat kunnen we daar aan doen?
Geen schrik hebben. Angst is een slechte raadgever. We moeten nuanceren. We moeten mensen als individuen zien, iedere mens is anders. Dé Vlaming bestaat niet, en dé allochtoon ook niet. Ik ben een mix van vele werelden en omstandigheden, een echt kind van de tijd. Ik ben wie ik ben. De omstandigheden, de plek waar ik geboren ben en de ouders die me hebben groot gebracht, ze hebben mij allemaal tot mij gemaakt.
We leven in een tijd waarin het best moeilijk is om samen te leven. Daar wil ik niet flauw over doen. Dingen die we niet kennen, maken ieder van ons ongemakkelijk. Hoe moeten we gebruiken die we niet kennen verzoenen met de waarden en de normen waarmee we wél vertrouwd zijn? Samenleven tussen verschillende culturen is niet vanzelfsprekend, maar het is wel mogelijk. Ik zie het als een uitdaging. Als we het beste overhouden van verschillende werelden, gaan we er allemaal op vooruit. Het enige wat we als mensen moeten proberen vol te houden, is elke andere mens als een mens te zien.

Dat is geen eenvoudige opdracht?
Neen. Maar de dingen zullen niet blijven zoals ze waren. De wereld is een dorp geworden. Vroeger kende ik migratie vanop televisie. Vandaag zie ik met eigen ogen de gevolgen van wat ver van ons bed gebeurt. Op mijn rondes zie ik dagelijks mensen die thuisloos zijn en ergens op een stoeprand slapen. En dat raakt me elke keer. Soms nemen ze ook de bus. Ik raak er niet aan gewend. De meeste vluchtelingen hebben niet vrijwillig gekozen om haven en goed achter te laten. Daar ben ik zeker van. Ik denk vaak dat we geen idee hebben van de vele dramatische verhalen die achter al deze mensen schuil gaan.
Maar het is geen uitsluitend negatief verhaal. Soms zie ik ook grote tekenen van menselijke solidariteit en verbondenheid. Er zijn nog veel burgers die zich in hun hart laten aanspreken en die goede initiatieven voor de medemens nemen. Gisteren heb ik nog gezien hoe er een hulppost werd opgericht voor vluchtelingen. Daar kunnen ze terecht voor administratieve, juridische en medische ondersteuning.
Hoe zou de wereld er beter uit zien?
Ik wil niet beweren dat ik op die vraag hét antwoord heb, maar voor mij persoonlijk is het wel simpel. Alle mensen zijn gelijk. Uiteindelijk zijn we allemaal gelukszoekers! Ik probeer met iedereen op een gastvrije manier om te gaan. Alle reizigers hebben een gemeenschappelijk doel. Ze willen zich allemaal verplaatsen. Iedereen heeft een verhaal zoals jij en ik. De kunst is om op een open manier te blijven kijken. Ook ik heb soms last van kortzichtigheid. Maar met een open ingesteldheid kom je het verst. Je moet het niet altijd eens zijn met anderen, maar het kan erg verrijkend zijn om door te vragen naar de achtergrond van anderen. Wie weet kan je daardoor geïnspireerd raken. Ik bekijk alles in het leven als een opportuniteit.
Bedankt voor dit verbindend gesprek, Cindy!

Geef een reactie