Geen fijnere manier om te leren dan door te ervaren. Daarom bezochten we afgelopen weekend met de fractie van Groen in de provincieraad van Vlaams-Brabant Nijmegen en ’s-Hertogenbosch, ook wel Den Bosch genoemd. Nijmegen maakt deel uit van de provincie Gelderland, ’s-Hertogenbosch van de provincie Noord-Brabant. Die naam dankt de provincie aan de tijd van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, de historische staat die tussen 1815 en 1830 België en Nederland omvatte. De provincie Noord-Brabant onderscheidt zich dan van de provincie Zuid-Brabant, de provincie die na de Belgische onafhankelijkheid in 1831 de provincie Brabant wordt.

 

 

 

Vandaag is ’s-Hertogenbosch een levendige stad met om en bij de 150.000 inwoners. In de wijk de Groote Wielen zien we hoe er gebouwd en gewoond kan worden in samenspel met heel veel water. We leren hoe het regenwater van de straten in de wadi’s loopt en vervolgens op natuurlijke wijze gezuiverd wordt en zorgt voor een meer waar de inwoners van de wijk in zwemmen, sporten en rond wandelen. Als wij er wandelen, laat de zon zich van haar beste kant zien. Wonen in dit ‘Venetië van Den Bosch’ spreekt dan nog meer tot de verbeelding.

 

 

 

 

 

Onze auto’s parkeren we in het P+R transferium Deutersestraat. Dat transferium opende enkele weken geleden, werd mee mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Brabant en zou het groenste transferium van heel Nederland zijn. Een transferium in Nederland kan je vergelijken met wat wij een randparking noemen. Hoewel. Zoals de naam suggereert, voorziet een transferium mobiliteitsverbindingen met bijvoorbeeld trein, tram, bus of fiets naar het centrum van de stad. Het is dus niet gewoon een plek waar je je auto kan parkeren.

We selecteerden het P+R transferium Deutersestraat uit een lange lijst interessante voorstellen van collega gedeputeerde Anne Marie Spierings (D66) van de provincie van Noord-Brabant. En we kwamen niet bedrogen uit. Zo kwam de parking er maar na intensief buurtoverleg, is ze volledig demonteerbaar, zorgen zonnepanelen op het dak voor de energietoevoer van de laadpunten en zal de parking straks gehuld zijn in het groen door klimplanten, bomen en wadi’s. We kunnen er in Vlaams-Brabant zeker een voorbeeld aan nemen!

Mooie voorbeelden van hoe we in de toekomst kunnen wonen en ons kunnen verplaatsen. Maar we hadden ook aandacht voor de geschiedenis van ’s-Hertogenbosch, één van de oudste steden van Nederland. Het is de gids op het bootje op de Binnendieze van ’s-Hertogenbosch die ons de geschiedenis van zijn stad herinnert. Tijdens de tachtigjarige oorlog, de oorlog die van 1568 tot 1648 woedde in de Spaanse Nederlanden en leidde tot de splitsing tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, kreeg ’s-Hertogenbosch de bijnaam ‘Moerasdraak’. Het Huis van Oranje kon de stad immers niet innemen door de grote moerasgebieden rondom. In 1629 slaagde Frederik Hendrik van Oranje er dan toch in om de moerasgebieden droog te leggen. De collega’s van GroenLinks in de provincie Noord-Brabant en de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch die ons vergezelden, bevestigen trouwens dat niet elke Bosschenaar de verovering door het Huis van Oranje als een ‘bevrijding’ zag.

Onze kennis over Brabant spijkerden we ook bij tijdens een rondleiding in het Noord-Brabants museum. De geschiedenis van de provincies Noord-Brabant en Vlaams-Brabant gaat ver terug in de tijd. In de 11de eeuw bouwde graaf Lambert I een slot in Leuven. Zijn nakomelingen deden aan gebiedsuitbreiding en bouwden het hertogdom Brabant op. De belangrijkste steden van het hertogdom waren Leuven, Antwerpen, Brussel en ’s-Hertogenbosch. ‘Het lied van hertog Jan’ dat een paar jaar geleden mee dong naar de titel van officieel volkslied van de provincie Noord-Brabant en in Leuven op vele cantussen luid gescandeerd wordt, herinnert in feite aan een van de meest glorieuze leiders van het hertogdom dat ook de huidige provincie Vlaams-Brabant omvatte. In de middeleeuwen, ten tijde van de hertogen, beleefden de steden van het hertogdom gouden tijden. Dat kan je zien aan de gebouwen in Brabantse gotiek te Leuven, maar ook in haar zusterstad ’s-Hertogenbosch.

Het museum bood een boeiende terugblik op onze gedeelde geschiedenis, alleen jammer dat het niet stilstond bij de geschiedenis van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, de periode waarin Noord-Brabant en Zuid-Brabant naast elkaar bestonden. Onze vrienden van Groenlinks en wij zagen er echter al meteen een opportuniteit in. Ooit bundelen we de krachten om deze lacune in het verhaal over Brabant op te vullen. Daar eten we een echte Bossche bol op!

Met dank aan Toon Toelen en Mik Khani voor de programmatie en organisatie van onze uitstap.

 

Advertentie